Een ritje met een gids en driver van een uur of 2 vanaf Shanghai. Ik zeg Shanghai gedag. Dag fijn hotel, dag wereldstad. De karakteristieke skyline is er pas een jaar of 20 en wordt door iedereen dag en nacht vanaf een mooi verlichte brug gefotografeerd.
De snelweg op. Langs de Russische en Franse wijk. Langs wat niet. Een tussenstop in een waterstadje. Toeristische. Giethoorn op zijn Chinees. Maar dat heet hier Luzhi. Het is warm en we gaan door naar Tong li. Hier slapen we vannacht. Het stadje is afgesloten voor autos en we moeten in een open karretje verder. Het laatste stukje lopen met ‘a lot of luggages’, zoals de gids zegt.
Dit hotel is een traditioneel huis met boeddha kamers, kaarsjes, meditatieruimtes, mooe binnentuin en serene sfeer. Dat is een tegenstelling met de sfeer buiten. Spuug Chinezen die schildpad op de menukaart hebben staan. Je mag hem zelf op je bord ontleden. Veel Mao. Veel winkeltjes. Veel Chinezen. We zien een italiaanse familie en dat is het enige eruopese dat we tegenkomen. Bij iedere winkel zeggen ze ‘he buitenlanders’. Dat verstaat kee dan weer. Wij zijn bezienswaardigheden. Vooral R valt in de smaak. Dat is de hele vakantie al zo. Zelf vindt hij dat de aandacht voornamelijk van oude vrouwen komt. ik denk dat dat meevalt. Ook degenen zonder kunstgebit bekijken deze, in hun ogen, lange man zeer uitgebreid.